♣ SOLDAAT VAN ORANJE ♣

ANTON KORTLANDT EN EEN WEG VIA HET STRAND

De bekende Engelandvaarder Erik Hazelhoff Roelfsema, (Bekend uit de film “Soldaat van Oranje”) was in juli 1941, als bemanningslid van het Zwitserse koopvaardijschip St. Cergue, samen met Peter Tazelaar en Bob van der Stok in Engeland aangekomen.

Na de gebruikelijke veiligheidsonderzoeken zochten Hazelfhoff Roelfsema en Van der Stok contact met de Engelse en Nederlandse geheime diensten. Zij betoogden daarbij dat het mogelijk moest zijn om ’s nachts met een klein bootje geheime agenten op het Scheveningse strand af te zetten.

Via generaal Francois van ’t Sant, het vroegere hoofd van de CID en de persoonlijke secretaris van Koningin Wilhelmina, werd de koningin op de hoogte gesteld en zij juichte de plannen toe.
Minister-president P.S. Gerbrandy aanvaardde voor de te ondernemen operaties de staatkundige verantwoordelijkheid en stelde de nodige gelden beschikbaar. De plannen werden verder uitgewerkt en daarbij werd tevens aangegeven dat niet alleen agenten (met hun marconisten) op de kust zouden worden afgezet maar dat ook belangrijke Nederlandse functionarissen (politici en anderen) op verzoek van de Koningin mee terug zouden kunnen worden genomen.

Peter Tazelaar zou als eerste op het Scheveningse strand worden afgezet en na een aantal mislukkingen had dit in de nacht van 22 op 23 november 1941 succes. Tazelaar zou namelijk als contactpersoon fungeren voor de te arriveren agenten en de naar Engeland te vertrekken personen. Nadat het nog een aantal keren misging met het aan land zetten en ophalen van personen en de Duitsers bovendien ontdekt hadden (waarschijnlijk door verraad) dat dat geprobeerd werd, werden die pogingen gestaakt.
Tijdens één van die mislukte afhaalacties lukte het Hazelhoff Roelfsema wel om zelf aan land te komen en in Engels marine-uniform door Scheveningen te lopen.

Nadat geconstateerd is dat het afzetten van agenten op de Scheveningse kust teveel problemen met zich meebracht werd besloten om, zodra de winter iets minder bar werd, er elders toch weer mee door te gaan. Het afzetpunt werd verlegd van Scheveningen naar Katwijk.
Na een maand van intensieve training werden in de nacht van 22 op 23 februari 1942 twee nieuwe agenten in Katwijk aan land gezet, namelijk jhr. mr. Ernst de Jonge en zijn marconist Evert Radema. Ernst de Jonge, geboren op 1 mei 1917 te Batavia, had gestudeerd in Leiden en was een studiegenoot van Hazelhoff Roelfsema. Ernst en Evert Radema waren door de MI-6 en van ’t Sant met een hele reeks opdrachten belast: zij moesten Koos Vorrink, de voorzitter van de SDAP die diep in het verzet zat, bewegen naar Engeland te komen, Vorrink weigerde om naar Engeland te vertrekken omdat hij vond dat zijn taak in Nederland lag. Door verraad zou ook hij later worden opgepakt en langdurig in een concentratiekamp worden opgesloten.

Intussen waren er contacten met verzetsmensen die zowel bekend waren bij gearresteerde SOE-agenten als bij agenten die door MI-6 waren gestuurd. Een groep van maar liefst 13 personen wilde op 18 mei 1942 vanuit IJmuiden ontsnappen met een Vissersboot.

Deze groep stond onder leiding van havenmeester Kortland en werd, door toedoen van een Nederlander, Anton van der Waals – de slimste en dus gevaarlijkste V-man in dienst van de Duitsers – verraden.

Kortland en Ernst de Jonge hadden met elkaar contact gekregen via de heer van Driel “van Wageningen”, die in Rotterdam in een flatgebouw aan het Ungerplein woonde.
Ernst de Jonge en Evert Radema hadden ook hier vaak een uitstekende schuilplaats van waaruit ze hun werk deden.
Uit de verhoren van een verzetsman, die via het contact met één van de SOE-agenten was gearresteerd, bleek van het bestaan van een zekere Van Driel aan het Ungerplein. Van der Waals ging een praatje maken met de conciërge van het flatgebouw en kwam te weten dat een heer die voldeed aan de beschrijving van Ernst de Jonge daar regelmatig verbleef.

Er werd een inval gedaan en Ernst de Jonge, die juist door de verzetsman Leen Pot naar een veiliger onderduikadres zou worden gebracht, werd gearresteerd.
Ook Pot en Althoff, de contactpersonen tussen Ernst de Jonge en Koos Vorrink, werden toen overmeesterd.

Om het verband te tonen tussen Kortlandt – de Jonge – Radema en Hazelhoff Roelfsema is dit een uittreksel van het uitgebreide verhaal over Eric Radema:

                                                          FOXHOLSTER GEHEIMAGENT IN DE TWEEDE WERELDOORLOG.

 

Het geheel is te lezen op: http://www.historische-vereniging-hs.nl/

                                                Op homepage naar: Archief / pluustergoud / pluustergoud33.pdf

 

Naar de volgende pagina

Naar de vorige pagina

Terug naar de Startpagina

 

Reacties zijn gesloten.