* Het Groene Boekje * Deel IV

IV.  OPPERSTOK

Zoals reeds vermeld is het ons niet bekend welke familierelatie er eventueel bestaat tussen Klaas en de groep Gelkenes.
Waarschijnlijk is Klaas de in 1679 geboren zoon van Gijsbert Ariensen en Annechjen Claes.

In 1700 is hij getrouwd met Marrigje Krijnen van Streefkerk en in 1721 hertrouwd met Barber Jansse Kovel uit den Opperstok waar ook Klaas zelf, zowel in 1700 als in 1721, woonde.
Vele kinderen werden geboren, zowel uit het eerste als uit het tweede huwelijk, in totaal vonden wij er dertien. Velen zijn waarschijnlijk jong overleden.
Zoals in de groep Gelkenes is ook in de groep Opperstok de kindersterfte zeer groot. Van drie zoons, allen geboren uit het tweede huwelijk, zijn ons thans levende nakomelingen bekend en deze nakomelingen hebben nu allen de zelfde schrijfwijze van de naam:  n.l.   Kortland.

Wij herhalen: Zij die thans Kortlandt heten vinden hun oorsprong in Alblasserdam.
Zij wier naam thans Korteland is kunnen hun stamvader zowel in Alblasserdam als in Groot-Ammers en/of Gelkenes vinden.
Als de naam tegenwoordig als Kortland wordt geschreven dan komen zij oorspronkelijk in ieder geval van Groot‑Ammers en kunnen zowel tot de groep Gelkenes als tot de groep Opperstok behoren.

De genoemde drie zoons van Klaas zijn:

Gijsbert     geboren in 1722          Willem     geboren in 1724          Jan     geboren in 1729

Alle drie trouwden zij met een meisje dat Lijsbeth of Lijsje heet.

Gijsbert Kortland:

Gijsbert heeft als echtgenote Lijsbeth Willemse Verbraak en het huwelijk wordt gesloten in Molenaarsgraaf.  De vele kinderen uit dit huwelijk worden geboren in Molenaarsgraaf en Ottoland.
Lijsbeth Verbraak overlijdt na een miskraam in 1766 en heeft dan al 11 kinderen ter wereld gebracht.  De meesten zijn slechts enkele weken of maanden oud geworden en als de moeder in 1766 sterft zijn er misschien nog 2 of 3 in leven. Zijn het deze droevige toestanden die er de oudste dochter, Johanna, in Molenaarsgraaf geboren in 1753, toe hebben gebracht reeds vroeg het ouderlijk huis te verlaten?
Zij trouwt in Rotterdam in 1772 met een zekere Hendricus van Beekbergen uit Zeist.
In 1778 wordt dit huwelijk ontbonden. Echtscheiding was in die dagen een zeer uitzonderlijke aangelegenheid waarvoor wel zeer ernstige redenen moesten bestaan.
Die waren er dan blijkbaar ook: op 31 augustus 1778 werd Johanna geleid voor de vergadering van Officier en Schepenen en verhoord terzake van het te vondeling leggen van haar kind. Zij had nog andere zaken op haar geweten en niet alleen werd het huwelijk, op verzoek van Van Beekbergen, « gedissolveert », maar bovendien wordt: « bij requisitoir van de Raad in de Vroedschap en Hoofdofficier der stad tegen Johanna Kortland wegens overspel gevorderd dat zij zou worden verklaard te zijn eerloos, infaam, meinedig en nooit in staat om enig ambt of bediening waar te nemen, benevens een boete van 400 gulden subsidiair, verbanning voor de tijd van 50 jaar uit de landen van Holland en West Friesland».
Blijkbaar liep het met die verbanning niet zo’n vaart want in 1780 is zij reeds weer (of nog) in Rotterdam.
Later trouwt zij, waarschijnlijk in Amsterdam, met een zekere Hendrik Grammans en in 1786 wordt in Amsterdam een zoon geboren: Hendrik Grammans Jr.
Wij weten niet wanneer Grammans Sr. overleden is, doch in 1799 was Johanna waarschijnlijk weduwe en in dat jaar wordt geboren in ‘s Gravenambacht en gedoopt te Pernis: Gijsbert Kortland « in onecht gewonnen » kind van Rut Odrigo, wonende te Rhoon, en Johanna Kortland.   Johanna overlijdt in 1831, op 77-jarige leeftijd, te Pernis.

Gijsbert trouwt, in Pernis, met Trijntje Noordzij, in 1819. Wij vinden de geboorte van drie zoons, waarvan er twee als kind overleden.
Blijft de in 1821 geboren zoon Hendrik.

In 1824 is Gijsbert flankeur bij de 9e afdeling Nationale Infanterie in garnizoen te ‘s‑Gravenhage.
Als Trijntje Noordzij op 11 april 1849 overlijdt is de woonplaats van Gijsbert onbekend. Blijkbaar had hij het onrustige bloed van zijn moeder. Enkele maanden later – op 14 september 1849 – hertrouwt hij echter te Moerkapelle met Stijntie Lagendijk.
Hij sterft in 1860 te Moerkapelle. Voor zijn zoon Hendrik  –  zie 0-1.

Willem KORTLAND:

Keren wij terug naar de in 1724 te Groot-Ammers geboren zoon van Klaas: Willem.
Dit is de Schiedamse tak van de groep Opperstok. Willem heeft al vroeg zijn geboortedorp verlaten.
In 1747 trouwt hij als « jonge man wonende onder Streefkerk » in Overschie met Lijsje Ariens Geervliet en in 1755 krijgt hij
« klein burgerrecht » in Schiedam. 
Van hun kinderen zijn er twee van wie wij thans nakomelingen kennen: Jan en Pieter, beiden geboren in Schiedam in respectievelijk 1753 en 1759.Jan trouwt in 1775 in Schiedam (« schepen huwelijk ») (voor mensen die niet voor de kerk wilden trouwen) met Marijtje Allard en uit dit huwelijk vinden wij drie dochters en twee zoons.
Met uitzondering van de oudste dochter Elisabeth, geboren in 1776, raken wij hun spoor kwijt.
Elisabeth is ongehuwd en bevalt in 1789 en in 1809 van een zoon,  Pieter en Josua Adrianus, die dus de naam Kortland dragen.
Pieter is schipper en wij vinden van hem geen kinderen.

Voor Josua Adrianus – zie deel V  De Jongere generatie:  O‑2.

De andere zoon van Willem en Lijsje Geervliet: de in 1759 te Schiedam geboren Pieter trouwt in 1780 met Dievertje van der Velden en wij vinden vier zoons. Van de oudste – Willem – verder geen spoor.  Jong overleden?
De tak van de tweede zoon – Jacob – is blijkbaar uitgestorven. In 1812 was hij « Sergeant de Police »  maar enkele jaren later, als de Fransen verdwenen zijn, wordt hij vermeld als « zakkendrager ».
Ook van de derde zoon Nicolaas die in 1857 te Ommerschans als « kolonist » overlijdt vinden wij geen levende nakomelingen.
Blijft de in 1791 geboren Ary.

Zijn echtgenote is Christina van der Heul, geboren in Krimpen aan de Lek, en als hij in 1880 te Schiedam overlijdt wordt hij vermeld als schipper.
Voor twee zoons van Ary en Christina van der Heul, Pieter en Ary, verwijzen wij naar: O‑3 en O‑4.

Jan KORTLAND:

Wij moeten nu weer terugkeren naar het verre verleden voor de derde zoon van Klaas en Barber Kovel: de in 1729 geboren Jan.
Deze tak van de groep Opperstok is lang trouw gebleven aan de Alblasserwaard – Groot Ammers en Streefkerk.

Jan trouwt in 1749 te Bergambacht met Lysbeth Arients Boode.
De oudste zoon Claas wordt in 1750 te Bergambacht geboren – de overige kinderen in den Opperstok.  Claas en de jongste zoon, de in 1767 geboren Paulus, hebben thans levende nakomelingen.

Claas trouwt in 1779 te Streefkerk met Cornelia Balde, en uit dit huwelijk worden 11 kinderen geboren in zeven verschillende gemeenten;
in volgorde: Nieuw Lekkerland – Groot Ammers – Alblasserdam – Brandwijk – Gouderak – IJsselmonde en Nieuwerkerk aan de IJssel.

Claas overlijdt trouwens in 1825 in deze laatste gemeente en deze tak heeft zich blijkbaar naar de IJsselstreek verplaatst.
Waarschijnlijk was Claas schipper zoals zijn broer Paulus.

Alleen de tak van de in 1788 te Brandwijk geboren zoon Ary zet zich in de mannelijke lijn voort.
Hij trouwt in 1816 te Ouderkerk aan de IJssel met Wilmpje van Herk en uit dit huwelijk kennen wij slechts één zoon die naar zijn grootvader wordt vernoemd en Klaas wordt gedoopt. Zie O‑5.

Paulus wordt in Groot Ammers geboren in 1767 en hij overlijdt in 1849 te Streefkerk.
Waarschijnlijk heeft hij de Opperstok niet verlaten maar vóór 1812, en dus ook in 1767, gingen, zoals wij reeds vermeldden, de bewoners van de Opperstok in Groot Ammers naar de kerk. In 1849 daarentegen bestond de Burgerlijke Stand en behoorde de Opperstok tot Streefkerk.
In 1802 trouwt Paulus met Anna Cornelis Verhoef en hij is schipper van beroep.
Van de zeven kinderen die werden geboren zijn er vijf jong overleden.
Blijven twee zoons die op hun beurt zijn getrouwd: Cornelis – geboren in 1804 en Jan – geboren in 1810.
Beiden zijn zoals hun vader, schipper.

De tak van Jan sterft in de mannelijke lijn uit. Hij had één zoon die ook Jan heet (geboren in 1841) en die in 1870 met Gerrigje den Butter trouwde. Twaalf kinderen werden uit dit huwelijk geboren waarvan er tien nog geen jaar oud zijn geworden. De twee anderen bereiken de leeftijd van vier jaar en van tweeëntwintig jaar.

Cornelis, geboren in 1804 onderhield een trekschuitdienst tussen Groot Ammers en Gorinchem. Hij trouwt in 1836 met Marrigje den Toom.
Zeven kinderen worden geboren. Drie meisjes zijn jong overleden. 
Een dochter, de in 1841 geboren Anna, trouwt in 1873 met Pieter Kortland, een lid van de groep Gelkenes die ook al schipper is.

Een zoon, de in 1844 geboren Bastiaan, overlijdt kinderloos in Veenhuizen.
Blijven de twee oudste zoons, beiden geboren in Streefkerk.
Paulus – geboren in 1837 en  Willem – geboren in 1838  (Zie O – 6 en O – 7)

================================================================================================

DE JONGERE GENERATIE OPPERSTOK

 

O‑1   Hendrik KORTLAND:

In 1821 geboren te Pernis, trouwt in 1851 te Moerkapelle met Maaike Lagendijk, dochter van zijn tweede moeder Stijntie Lagendijk. Uit dit huwelijk worden, behalve waarschijnlijk een dochter, vier zoons die Gijsbert en twee die Pieter heten, geboren. Alleen de in 1860 te Moerkapelle geboren Gijsbert brengt het tot de volwassen leeftijd.
Hij trouwt met Dirkje Hameetman, van Zevenhuizen.
Zoons en kleinzoons van Gijsbert en Dirkje vonden we enkele jaren geleden in Bodegraven – Waddinxveen  – Woerden  – en Zwammerdam.

 

O-2   Josua Adrianus KORTLAND:

In 1809 geboren te Schiedam trouwt in 1830 met Anna Willemina Rijnbende en is dan kuipersknecht. Later wordt hij vermeld als kuiper.
De oudste zoon wordt blijkbaar naar Josua’s moeder vernoemd en krijgt de vreemde naam van «Elisabertus».
Van de zeven uit dit huwelijk geboren zoons sterven de meesten als kind. Alleen van de in 1844 geboren Jacobus kennen wij thans levende nakomelingen. Deze Jacobus trouwt in 1867 in Schiedam met Maartje Hosman en is, zoals zijn vader, kuiper.
Ook hier meerdere jong overleden kinderen en wij vinden slechts één zoon, Jacobus geheten zoals zijn vader en te Schiedam geboren in 1880 die op zijn beurt een gezin sticht.
Zijn echtgenote heet Johanna Namink.
Uit dit huwelijk worden tussen 1909 en 1928 in Amsterdam en in Hilversum negen kinderen geboren. In 1963 woonden zij bijna allen in Hilversum.

 

O-3    Pieter KORTLAND:

In Schiedam geboren in 1822 en in 1842 in Oud en Nieuw-Mathenesse (nu gemeente Schiedam) getrouwd met Anna Cornelia de Groot.
Van hem kennen wij drie kleinzoons:

Pieter                              Maasluis        1870        Getrouwd:  Cornelia Weyers
Pieter                              Schiedam      1884        Getrouwd:  Maria Baas
Johannes Cornelis     Vlaardingen  1888        Getrouwd:  Cornelia van der Velden

Enkele zoons van deze kleinzoons en dus achterkleinzoons van de in 1822 geboren Pieter vonden wij vooral in Vlaardingen. De groep O‑3 is, menen wij, niet talrijk.

 

O-4    Ary KORTLAND:

Geboren in Schiedam in 1831, is in 1853 getrouwd met Neeltje Stuivenberg. Hier volgen enkele kleinzoons van Ary, die allen in Schiedam zijn geboren. (Wij staan geenszins in voor de volledigheid van deze lijst).

Ary                                1878        Getrouwd:    Wilhelmina Maria Verbokken
Ary                                1880        Getrouwd:    Paulina Verschoor
Pieter                            1882       Getrouwd:     Maria Cornelia Baanvinger
Johannes Jacobus   1888        Getrouwd:     Margeretha Johanna van den Hoek
Ary                                1894       Getrouwd:     Elisabeth van Gent
Dedericus                    1902       Getrouwd:     Maria Elisaberta van der Lee

Het is ons niet bekend of deze groep O‑4 thans talrijk is.

 

O-5   Klaas KORTLAND:

Wordt in 1820 geboren in Ouderkerk aan de IJssel.   Hij trouwt in 1844 met Lena Dijksman en hun kinderen en kleinkinderen worden nog geboren in de IJsselstreek – De meesten in Nieuwerkerk aan de IJssel.
Als kleinzoons van Klaas en Lena kennen wij:

Klaas     1877      Getrouwd:  Willemina van Dee
Govert   1879      Getrouwd:  Aafje Rosbergen
Pieter    1897      Getrouwd:  Pietertje Gijsje Rook

De huidige generatie echter, zoons en kleinzoons van Klaas, Govert en Pieter, wonen nu bijna allen in Rotterdam en wij vonden de meest uiteenlopende beroepen, waarvan sommige zoals machinist kustvaart en olieman grote vaart nog aan het vroegere schippers beroep herinneren.

 

O-6   Paulus KORTLAND:

Trouwt in 1861 met Marrigje Zuidam. Ook in dit gezin overlijden meerdere kinderen kort na de geboorte. Vijf dochters en twee zoons brengen het tot de volwassen leeftijd.
Eén van de dochters  –  Anna Cornelia  –  geboren in 1868  (Mevrouw de Weduwe Staat‑Kortland) overleed in 1969 te Krimpen aan de Lek op de leeftijd van 101 jaar.
Zoals vermeld onderhield Paulus zijn vader, Cornelis, een trekschuitdienst tussen Groot Ammers en Gorcum.  Het schippersberoep evolueert echter.
Er zijn nu stoomboten en stoombootmaatschappijen zoals de Reederij op de Lek die vrachtboten exploiteert en later de bekende raderboten die van Rotterdam op Kuilenburg (Culemborg) voeren. En de Amsterdamse firma Verschure waarvan de vrachtboten de dienst onderhielden tussen Amsterdam en Dordrecht.
Vader Paulus en zijn beide zoons, Cornelis geboren te Groot‑Ammers in 1867 en Jan geboren te Krimpen aan de Lek in 1877, blijven in feite trouw aan het oude schippersberoep, hetzij dat zij in dienst zijn van genoemde stoombootmaatschappijen, voor eigen rekening werken of als agent optreden en een eigen expeditiekantoor hebben. Zowel Cornelis als Jan hebben vooral in Schoonhoven gewoond en gewerkt.

Jan was er bovendien actief in het verenigingsleven, lid van de gemeenteraad en van Provinciale Staten.  Een Jan Kortland ‑ school en een Jan Kortland ‑ straat herinneren in Schoonhoven aan zijn activiteiten ten dienste van het algemeen welzijn.

De groep O‑6 is weinig talrijk.

 

O-7   Willem KORTLAND:

In tegenstelling tot de groep 0-6 is de groep 0-7 zeer talrijk.
Willem Kortland trouwde in 1871 met Antje Dirkje Visser en in dit gezin werden te Streefkerk acht kinderen geboren, waarvan er twee jong zijn gestorven en zes, allen jongens, op hun beurt een gezin hebben gesticht.
Naar wij menen bestaat de huidige mannelijke generatie uit zestien kleinzoons van Willem en Antje Dirkje, en geboren tussen 1897 en 1922.
Sommigen van hen zijn op hun beurt alweer grootvader.
Het schippersvak heeft zich ook in deze groep lang gehandhaafd doch nu is dat gedaan en wij vinden de meest uiteenlopende beroepen.
Velen van deze kleinzoons zijn nog in de Alblasserwaard geboren, vooral in Ottoland.
Thans zijn zij op vele plaatsen verspreid hoewel de meesten toch in de provincie Zuid-Holland zijn gebleven.

 

Naar de volgende pagina

Naar de vorige pagina

Terug naar de Startpagina

Reacties zijn gesloten.